Hoe steek ik mijn houtkachel correct aan?
De werkwijze om je houtkachel goed op te starten
Het is vooral belangrijk om de opstartfase van het stoken zo correct mogelijk uit te voeren om de rookvorming in de kachel te beperken. Daarom is het belangrijk de juiste materialen te gebruiken. (Welk hout gebruik je best)
1. Open luchttoevoer: voordat de kachel aangestoken wordt moet de luchttoevoer volledig geopend worden.
2. Vul de houtkachel: de kachel wordt gevuld met schoon en droog hout. De grotere houtblokken komen onderaan te liggen. Leg dit hout met de schors naar beneden, en met de gesneden kant naar boven.
3. Het aanmaakhout bovenop de eerder geplaatste houtblokken leggen. Zorg dat tussen het aanmaakhout voldoende ruimte is zodat de zuurstof hier goed kan tussen spelen.
4. Vuur aansteken met aanmaakblokjes: leg onder de bovenste laag aanmaakhout, in de ruimte tussen het aanmaakhout, een of twee aanmaakblokjes. Doe dit voorzichtig zonder de stapel hout om te stoten. Steek vervolgens met een lange kaarsenaansteker de aanmaakblokjes aan.
5. Sluit de kachel of haarddeur. De kachel zal geleidelijk aan vuur vatten.
6. Laat het hout opbranden: laat de kachel rustig branden met de luchttoevoer volledig open. Op een gegeven moment zal er alleen nog maar roodgloeiende as zijn. Wanneer er ook geen vlammen meer uit de assen te zien zijn, is het tijd om de kachel bij te vullen.
7. Kachel bijvullen: Open de deur voorzichtig en vul de kachel bij met nieuw hout. Leg de blokken hout telkens goed op de nog roodgloeiende assen.
Hoe gaan we tewerk bij het aanpassen van de bestaande openhaard?
Wanneer je deze stappen volgt heb je een prachtig brandend houtvuur. Deze methode zorgt voor een optimaal gebruik van het hout en beperkt de vieze rook tot het minimale.